Binnenkort komt er een oude bekende naam terug in het Nederlandse straatbeeld; de Tipo. In de jaren '80 en '90 was er al eens een Tipo, maar zijn voorgangers en opvolgers luisterden naar andere namen. Vóór de nieuwe Tipo komt, kijken we eens terug op zijn voorvaders.
Na de succesvolle Fiat 128, die overigens nog tot 2008 als Zastava van de band rolde, was het eind jaren '70 tijd voor een nieuwe C-segmenter van Fiat. Met een nieuw decennium voor de deur presenteerde Fiat de Ritmo. In het begin was de auto er alleen als drie- en vijfdeurs hatchback, later - in 1981-zou ook nog de Ritmo cabriolet volgen. Onderhuids baseerde Fiat de auto op de beproefde techniek van de 128. De auto kreeg aanvankelijk een motorenpallet van een 60 pk sterke 1,1-liter benzine tot een 75 pk sterke 1,5-liter. Een opzienbarend detail van de Ritmo was de fabrikage; de auto werd grotendeels door robots in elkaar gezet. Dat liet Fiat dan ook graag weten in reclames voor de Ritmo. De auto werd twee keer gefacelift, in 1982 en 1985. Ondertussen kwamen ook de dieselversie en extra sportieve TC-versies het gamma versterken. De topversie was de sportief uitgevoerde Ritmo Abarth 130 TC, die zoals de naam al doet vermoeden een vermogen van 130 pk had. In 1988 viel het doek voor de Ritmo. Overigens kwam de naam Ritmo in 2007 terug op de Australische versie van de Fiat Bravo.
Fiat Tipo (1988)
Gedurende de jaren '80 waren de ontwerpers van het Italiaanse I.DE.A. aan het tekenen geslagen voor een opvolger van de Ritmo. Het bedrijf, wat later onder andere de Alfa Romeo 155, de tweede generatie Lancia Delta en zelfs de Tata Nano ontwierp, zette uiteindelijk de Tipo op papier. In 1988 lanceerde Fiat de auto als vijfdeurs hatchback. De auto werd een bescheiden succes in Europa, maar vooral in Zuid-Amerika was de auto erg populair. In 1989 werd de Tipo in Europa uitgeroepen tot 'auto van het jaar'. Het motorenaanbod ging van een slechts 58 pk sterke 1,1-liter tot een zestienklepper (Sedicivalvole) 2,0-liter benzine met 146 pk. Laatsgenoemde was sneller dan concurrent Golf II GTI. Ook waren drie diesels beschikbaar; de 1,7-liter en 1,9-liter en een turbodiesel 1,9-liter. De versies met digitaal dashboard werden verkocht als DGT-versies, DGT verwijzend naar digitaal. In 1993 werd de auto licht gefacelift en verscheen er ook een driedeurs variant. Nét boven de Tipo vond men de Tempra, die er als vierdeurs sedan en als stationwagen was en veel overeenkomsten met de Tipo had. In 1995 was het over en uit voor de Tipo. Toen was het tijd voor wéér een andere naam in Fiats C-segment: de Bravo/Brava.
Fiat Bravo/Brava (1995)
Dat Fiat houdt van creatief doen met namen, blijkt wel uit de naamgeving van deze auto. In 1995 lanceerde Fiat de opvolgers van de Tipo; de driedeurs Bravo en de vijfdeurs Brava. De verschillen waren vooral te zien in het ontwerp van de achterkanten, maar ook onderhuids: het chassis van de Brava voornamelijk op comfort, waar bij de Bravo meer de nadruk op sportief rijden was gelegd. Onder de kap kwamen allemaal nieuwe motoren te liggen,van de 80 pk sterke 1,4-liter benzine tot de 2,0-liter vijfcilinder, die goed was voor 147 pk en later 155 pk. Behalve de drie- en vijfdeurs hatchback, waren er ook nog de sedan en de stationwagen. Die werden allebei onder wéér een andere naam verkocht: de Marea. In het eerste productiejaar werd de Bravo/Brava, net voorganger Tipo, uitgeroepen tot 'auto van het jaar'.
Fiat Stilo (2001)
Nieuw decennium, nieuwe naam, moet Fiat gedacht hebben. In 2001 werden de Bravo en Brava vervangen door de Stilo. Zowel de drie- als vijfdeurs hatchback kregen die naam en ook de stationwagen heette Stilo, zij het met de toevoeging Multi Wagon. Het bereik aan beschikbare motoren werd voor de Stilo nog wat uitgebreider dan bij zijn voorganger. Als kleinste motor was er de 1,2-liter benzine met 80 pk en de reeks werd afgesloten met een heuse 2,4-liter vijfcilinder. Die was bestemd voor onder andere de Abarth- en Schumacherversies. Naast die sportieve benzineversie kwam er ook een nieuwe sportieve diesel voor de Stilo: de 1,9-liter JTD. Grote verkoopsuccessen bleven uit en uiteindelijk verkocht Fiat van de Stilo in Nederland slechts de helft van het aantal Tipo's dat verkocht werd: 15.413 stuks. In 2006 werd de auto licht gefacelift, maar in 2007 stond zijn opvolger alweer klaar om het tij te keren.
Fiat Bravo (2007)
De toch wat teleurstellende Stilo moest maar weer vergeten worden, dus veranderde Fiat de naam van zijn C-segmenter maar weer. Deze keer kozen ze echter niet voor een compleet andere naam, maar werd een oude bekende afgestoft. De alleen als vijfdeurs leverbare auto heette, in tegenstelling tot zijn vijfdeurs grootvader, geen Brava maar Bravo. Bij de voorgangers werd Fiat nog wel eens bekritiseerd op de zwakke instapmotoren van haar C-segmenters, maar de 90 pk sterke 1,4-liter zestienklepper in de Bravo moest dit doen vergeten. Naast de 90 pk versie was er ook de geblazen T-Jet 1,4-liter die 120 pk vermogen had en zelfs een 150 pk sterke versie. Daarnaast waren er 1,6-liter, 1,9-liter en 2,0-liter diesels met vermogens van 90 tot 165 pk. In Nederland mocht het allemaal niet baten, want hier werden slechts 6.347 Bravo's verkocht, nog niet de helft van het aantal Stilo's. Het is te hopen voor Fiat dat hun alsmaar dalende verkoopaantallen in het C-segment verleden tijd zijn met de komst van de opvolger van de Bravo. Die gaat, hoe kan het inmiddels ook anders, wéér anders heten. Dit keer wordt de meest succesvolle naam uit deze lijst van de schappen gepakt: de Tipo. In het voorjaar verschijnt de sedan in de showrooms. De hatchback en stationwagen zullen later volgen.
Source: autoweek.nl
0 komentar: